Wat is Mycoplasma bovis?

Mycoplasma bovis is een bacterie die zowel bij melk- als vleesvee kan leiden tot ziekte en zelfs sterfte. De infectie manifesteert zich vooral als longontsteking (pneumonie), gewrichtsontsteking (artritis) en oorontsteking (otitis) bij kalveren en als longontsteking, gewrichtsontsteking en vaak ongeneeslijke uierontsteking (mastitis) bij adult vee.

De gevolgen van M. bovis op uw bedrijf

Ziekte veroorzaakt door M. bovis beïnvloedt groei, welzijn en productie van dieren op zowel korte als lange termijn. Door het chronische karakter van de ziekte is het daardoor ook één van de hoofdredenen voor antibioticumgebruik en afvoer van dieren met mastitis veroorzaakt door M. bovis.

Verhoogde kans op sterfte bij de kalveren.

Longontstekingen staan in voor 60-70% van het antibioticumgebruik bij kalveren. Groepsbehandelingen ter controle van M. bovis vormen hier een integraal onderdeel van.

Een longontsteking op jonge leeftijd zorgt voor 100 - 1500 g/dag minder groei en gemiddeld 8.2 kg verlaagd karkasgewicht.

M. bovis infecties leiden tot verlaagde melkproductie, een verhoogd somatisch celgetal en meer kans op afvoer na veelal ineffectieve mastitis behandelingen.

De totale kost van M. bovis per aanwezig dier op het bedrijf wordt geschat op 22.6 euro in de melkveesector, 13.24 euro in de vleesveesector en 9.40 euro in de vleeskalversector

Courante staalname methodes

  • Zowel de melk van individuele dieren als tankmelk kunnen getest worden.

    Op deze melkstalen kunnen zowel directe als indirecte testen gebruikt worden.

  • Door middel van een neusswab wordt het neusslijm van beide neusgaten bemonsterd. Hierop kan zowel cultuur als antigendetectie toegepast worden.

    Voornamelijk bij kalveren tussen de 30 -60 dagen kunnen neusswabs gebruikt worden om circulatie van M. bovis op het bedrijf te monitoren.

  • Bij een longspoeling gaat men met een buisje via de neus tot in de onderste luchtwegen. Er wordt dan een beperkte hoeveelheid steriele vloeistof ingespoten en daarna onmiddelijk terug geaspireerd. Op die manier wordt een steriel longspoelsel bekomen dat verder onderzocht kan worden.

    Op dit longspoelsel kan zowel cultuur als antigendetectie uitgevoerd worden.

    Dit is de aangewezen methode om oorzakelijke ziekteverwekkers te identificeren bij luchtwegproblemen.

  • Bij kalveren wordt bloed afgenomen uit de halsvene. Bij koeien wordt bloed afgenomen via de staartvene.

    Op bloedstalen kan er getest worden op antistoffen tegenover M. bovis.

Diagnostische testen

Directe testen

  • Door middel van cultuur wordt getracht om M. bovis te laten groeien onder laboratoriumomstandigheden. Indien groei aanwezig is, wijst dit op een actieve kolonisatie en dus een goede indicator voor infectie. Helaas groeit M. bovis enkel op speciale cultuurmedia en duurt de analyse 5 - 10 dagen. Bovendien is de techniek maar 70% sensitief, wat kan leiden tot vals negatieve resultaten.

  • Zowel PCR als nanopore sequencing zijn betrouwbare methoden om DNA fragmenten van M. bovis op te pikken in verschillende types stalen. Belangrijk, dood materiaal wordt soms ook opgepikt, waardoor het niet altijd zeker is of het dier nog een actieve infectie doormaakt.

Indirecte testen

  • Antistoffen kunnen zowel in serum als in melkstalen bepaald worden. Hoewel de aanwezigheid van antistoffen erop wijst dat het dier eerder in contact kwam met de kiem, is het momenteel niet duidelijk of het dier op dat moment nog actief besmet is. Bovendien is het niet geweten hoe lang dieren positief blijven na contact met M. bovis.

Diagnose

Er is een uitgebreid arsenaal aan testen beschikbaar om de diagnose te stellen, maar algemeen kunnen deze onderverdeeld worden in twee categorieën nl. directe testen en indirecte testen. Directe testen detecteren de bacterie (bv. microbiologische cultuur, PCR en nanopore sequencing), terwijl indirecte testen de aanwezigheid van antistoffen nagaan. M. bovis kan dus aangetoond worden d.m.v. verschillende testen in verschillende types monsters, elk met zijn voor-en nadelen. Hieronder vindt u een overzicht van de toolbox aan diagnostische testen die momenteel beschikbaar zijn, samen met de courante staalname methodes.

Behandeling

Mycoplasma bovis is een kleine bacterie zonder celwand en produceert geen foliumzuur. Hierdoor is hij van nature uit resistent aan antibiotica die de celwand aantasten (bv. penicillines en cefalosporines) of de foliumzuursynthese beïnvloeden (bv. trimethoprim en sulfonamiden). Bovendien toonde onderzoek binnen de onderzoeksgroep aan dat er in België heel wat resistentie tegenover macroliden is bij stammen geïsoleerd uit kalveren met een longontsteking (Bokma et al., 2020). Gecombineerd met het chronische karakter van M. bovis infecties maakt dit behandeling niet altijd eenvoudig. Dit is zeker het geval voor mastitis veroorzaakt door deze kiem, waarbij opruiming van aangetaste dieren vaak de enige oplossing is.

Gerichte behandeling van kalverpneumonie

Eerder onderzoek binnen het PneumoNEE project toonde aan dat effectieve behandeling van een door M. bovis veroorzaakte longontsteking kan wanneer dit vroegtijdig opgespoord werd d.m.v. snelscan longechografie. Zo werd tijdens een uitbraak van de kiem bij Belgisch Witblauwe kalveren echografie ingezet voor vroegtijdige detectie en een behandeling gericht op de noden van elk individueel dier. De combinatie van longechografie met een éénmalige injectie met florfenicol of oxytetracyline leverde goede genezingresultaten op.

Echogeleidde behandeling met florfenicol of oxytetracycline:

Longechografie voor vroegtijdige detectie en als criterium voor genezing

> 95% genezing na 7 dagen, zonder nood aan langdurige groepsbehandeling

50-64% reductie van antibioticagebruik in vergelijking met een standaard 7 dagen behandeling

De voorwaarde voor een succesvolle behandeling: vermijd co-infecties met andere luchtwegpathogenen en garandeer een goede immuniteit van de kalveren.

De meest gekende risicofactor voor introductie van M. bovis in de kudde is aankoop van recent geïnfecteerde dieren of langdurige uitscheiders.

Eénmaal binnen op het bedrijf kan deze bacterie zich razendsnel verspreiden. Tussen koeien gebeurt dit meestal via neus-neus contact of het melkstel. Verder zijn het gebruik van een dekstier en de afwezigheid van een aparte afkalfbox risicofactoren voor besmetting met M. bovis. Besmetting van kalveren gebeurt voornamelijk door onderling contact of door het opnemen van geïnfecteerde melk. Het risico op besmetting via de eigen biest is beperkt, maar zeker niet onbestaande. Tot slot, maar daarom niet minder belangrijk, kan M. bovis ook indirect overgedragen worden via voorwerpen of personen.

Wat zijn mogelijke risicofactoren?

Wat is de situatie in Vlaanderen?

Mycoplasma bovis is één van de grootste frustraties voor alle takken van de rundveehouderij in Vlaanderen. Zo toonde onderzoek aan de Faculteit Diergeneeskunde van de UGent reeds aan dat op meer dan 30% van de Vlaamse bedrijven de kiem of antistoffen tegenover de kiem in de tankmelk kon worden teruggevonden (Gille et al., 2019).

Daarbovenop is M. bovis betrokken bij gemiddeld 33% van de uitbraken van pneumonie bij zowel melkvee als vleesvee, en is 100% van de vleeskalverbedrijven geïnfecteerd (Pardon et al., 2020).